familyarchivist

Family archive Pieter Hendrik Pouwels

De Pouwels'en waren molenaars, waarschijnlijk afkomstig als hugenoten uit Frankrijk met de naam Pauwels. De stamboom, in 1983, op 91-jarige leeftijd, opgesteld door Albert Carel Pouwels, gaat terug tot 1675.

MOLENS VAN DE FAMILIE POUWELS

De familie Pouwels bezat vijf molens, De Wetering (Willem Pouwels, 1744-1825) , Koe (Pieter Pouwels, 1822-1880), Hooyberg (Hendrik Pouwels, 1825-1897), d’Oranjeboom, ook wel genoemd Het Texelse wapen (Hendrik Pouwels, 1825-1897, vanaf 1889 Pieter Hendrik Pouwels, 1865-1944) en De Bloem (Pieter en Hendrik Pouwels, vanaf 1889 Pieter Hendrik Pouwels, 1865-1944). Alleen de Bloem bestaat nog. In een DVD (in wordt vermeld dat de Wetering in bezit was van de familie Pouwels. Koe en Hooyberg zijn omstreeks 1870 afgebroken, en d’Oranjeboom in 1897. De Wetering is door brand verwoest. In 1899 is de Bloem verkocht aan de gemeente Amsterdam.

De geschiedenis van deze molens is o.a. beschreven in

HET EINDE VAN DE KORENMOLENS OP DE AMSTERDAMSE BOLWERKEN

DOOR MR. J. H. VAN DEN HOEK OSTENDE

Overdruk uit Jaarboek 64 (1972) Amstelodamum pp.163-181

Ik heb de stukjes die betrekking hebben op deze vier molens hieruit overgenomen, en aangevuld met wat ik her en der elders vond

KOE Afbraak van de Haan is toen spoedig (1865 ?) gevolgd, evenals van de Koe aan de Spaarndammerdijk, welker eigenaar P. Pouwels op dezelfde dag een gelijk antwoord van dezelfde minister (Thorbecke, Min van Binnenlandse Zaken) kreeg. De grond, waarop zijn molen stond, was bij raadsbesluit van 21 januari 1863 verkocht aan de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en deze had hem gesommeerd het terrein op 1 mei 1865 vrij te harer beschikking te stellen.

De Spaarndammerdijk buiten de Haarlemmerpoort met op de voorgrond het cacaomolentje de Zeeuw. Verderop aan de dijk de korenmolen de Koe. Daarachter de korenmolen de Kraai op het bolwerk Sloterdijk. Rechts de zaagmolen de Groote Otter. Tekening toegeschreven aan J. van Leeuwen –1756-1825

HOOYBERG

In geheime zitting besloot de raad op 5 augustus 1868 te procederen tegen H. Pouwels, wonende aan de houtzaagmolen de Oranjeboom buiten de Zaagmolenpoort (de huidige Frederik Hendrik straat), en H.Baggelaar, wonende op de Egelantiersgracht bij de Prinsengracht, huurders van de grond van het bolwerk Slotermeer,waarop hun molen de Hooyberg stond, tot ontruiming van de grond, aan hen bij huurcedul van 27 juni 1866 verhuurd voor de tijd van een jaar, van 1 januari tot 31 december 1867, voor ƒ150,-.Bij exploit van 29 juni 1867 was hun aangezegd, dat de huur na 31 december 1867 niet zou worden verlengd, daar de gemeente die grond nodig zou hebben. In gewone zitting wees de gemeenteraad op 5 augustus 1868 het verzoek van Pouwels en Baggelaar om schadevergoeding voor de af te breken molen van de hand. Bij exploit van 27 augustus 1868 had weer een opzegging plaats, waaraan echter evenmin gevolg werd gegeven. De gemeente stelde geen verdere vordering tot ontruiming in, maar stond aan eigenaars van de Hooyberg toe de molen tot 31 augustus 1870 te laten staan. Deze toegevendheid kon worden betracht, omdat de plannen te dier plaatse een gasthuis te bouwen op de achtergrond waren geraakt. Bij akte van 5 november 1869 verbonden Pouwels en Schouten zich alle gebouwen behalve de molen op 31 december 1869 te hebben afgebroken. Toen zulks gebeurd was, kon de gemeente de muren van het bolwerk reeds voor afbraak verkopen. Naar aanleiding van het verzoek van eigenaar H. Pouwels en huurder H. C. Schouten, op 9 juni 1870 gedaan, om de molen, die zij wensten te verplaatsen, nog tot juli 1871 op het bolwerk Slotermeer te mogen laten staan, werd hun dit door de gemeenteraad op 17 augustus 1870 toegestaan. Tot verplaatsing kwam het niet en in 1872 werd de Hooyberg afgebroken.

Hooyberg

DE BLOEM

Op 16 oktober 1877 besloten Burgemeester en Wethouders, dat voor het doortrekken van de Marnixkade en -straat de korenmolen de Bloem of de Korenbloem op het vroegere bolwerk Rijkeroord zou moeten worden afgebroken. Bij deurwaardersexploit van 29 oktober werd derhalve aan de eigenaars Pieter en Hendrik Pouwels het precario gebruik van de grond, waarop de molen stond, per ultimo april 1878 opgezegd. Op 27 februari 1878 wendden de heren Pouwels zich tot Burgemeester en Wethouders met het verzoek om twaalf maanden uitstel, aanvoerende, dat zij de kapitale en solide molen wilden verplaatsen en enorme schade zouden lijden, als zij hem voor afbraak moesten verkopen. Burgemeester en Wethouders besloten evenwel op 28 februari tot afwijzing van het gedane verzoek, waarvan adressanten op 8 maart werd kennis gegeven. Op 5 september kon de wethouder van Financiën in het college mededelen, dat de Bloem was afgebroken, waarna besloten werd het beheer van de grond over te brengen van de commissie rente-gevende eigendommen naar de afdeling Publieke Werken. H. Pouwels had met zijn plannen tot verplaatsen van de molen dit keer meer succes dan toen hij in 1870 zulks wilde voor de molen de Hooyberg van het bolwerk Slotermeer. Voor de Bloem vond hij een plaats aan de Haarlemmerweg in de gemeente Sloten op een terrein, dat hij op 8 mei 1878 kocht.

Molen De Bloem, ook wel De Blom genoemd, stond tussen 1768 en 1878 op het voormalige bolwerk Rijkeroord bij de Raampoort in het verlengde van de Bloemgracht. Daar verving hij een in 1614 gebouwde standerdmolen met de zelfde naam. Hieraan herinnert een gevelsteentje in het pand Marnixstraat 285.

De Commissie tot het Bestuur over de Kerkgebouwen, Goederen, Fondsen en Inkomsten der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Amsterdam, beheerder van het Westerkerkhof, wilde in 1866 beschikken over de gehele grond van het bolwerk Rijkevoort, waarop sinds 1655 ook het Westerkerkhof gelegen was. Dat leidde ertoe dat de Commissie de molen kocht van Pieter en Hendrik Pouwels. Door de nieuwe Begrafeniswet 1869 kwam een einde aan hun plannen. Pieter en Hendrik Pouwels kochten de kapitale molen in 1870 terug voor een sloopprijs. De molen was in de tijd dat hij kerkelijk eigendom was vrijwel niet in gebruik geweest. Als Amsterdamse molenaars wisten de heren Pouwels, dat een aanzegging van stadswege om De Bloem af te breken voor de aanleg van de Marnixstraat iedere dag verwacht kon worden.

In 1877 besloten B&W daartoe en De Bloem op het bolwerk Rijkeroord moest worden afgebroken. Voor herbouw van hun molen kochten Pieter en Hendrik Pouwels in 1878 van veehouder Jan Schipper een stuk grond aan de Haarlemmerweg in de toenmalige gemeente Sloten. In 1899 kwam de molen in handen van molenaar Johannes Cornelis Bakkeren. In 1915 verkocht Bakkeren de molen aan de Coöperatieve Vereniging tot onderlinge aankoop en verkoop van veevoeder annex maalderij 'Kent U Zelve'. Het grondgebied van de in 1921 opgeheven gemeente Sloten werd toen bij Amsterdam gevoegd. De Bloem staat sindsdien weer in de hoofdstad. Omdat B&W in verband met bouwplannen wilden beschikken over de gronden aan de Haarlemmerweg, kwam de molen in 1927 in gemeente-eigendom. Tot 1931 bleef 'Kent U Zelve' huurder. Sindsdien wordt De Bloem gehuurd door de firma Schuurman.

Hendrik Schuurman, telg uit een bekende molenaarsfamilie, huurt in 1931 De Bloem voor zijn molenaarsbedrijf. Hij liet een elektromotor plaatsen die een maalstoel met een koppel kunststenen op de tweede zolder aandreef. Dit ter ondersteuning van de stenen die door de wind worden aangedreven. Hierdoor kon men ook bij windstilte de productie continueren. Na de tweede wereldoorlog werd er veel geïnvesteerd in machines om bij de tijd te blijven. De windmolen wordt alleen nog ter ondersteuning gebruikt of draait voor de prins. Ondertussen neemt zoon Henk Schuurman, de derde generatie op de molen, in 1967 een handelsbedrijf in kruiden en specerijen over, welke bij zijn vader in de molen werd ondergebracht.

De specerijenhandel heeft tot 1998 in de molen bestaan. Het bedrijf werd toen verkocht en overgeplaatst naar een bedrijventerrein. De naam Schuurman's specerijen wordt nog steeds gevoerd. De molen zelf werd daarna ontdaan van alle overbodige en niet meer gebruikte machines en werd begonnen om de windmolenstenen weer voor gebruik gereed te maken, zodat er weer op windkracht gemalen kan worden.

Stadskorenmolen op een bolwerk

Korenmolen De Bloem stond van 1768 tot 1878 op bolwerk Rijkeroord (Reijckeroordt) aan het einde van de Bloemgracht. Dit was een van de bolwerken van de Buitensingelgracht en heet nu het Tweede Marnixplantsoen. Een gevelsteen aan de Marnixstraat 285 herinnert nog aan de molen die daar tegenover stond. De molen is daarop nog afgebeeld als standmolen uit 1610. Dit is de voorganger van de stadswalmolen uit 1768.

De molen is gespaard gebleven doordat deze door de toenmalige eigenaar, de familie Pouwels, voor 18000 gulden is verkocht aan de Westerkerk. De familie Pouwels kocht de molen voor 1700 gulden terug en verplaatste de molen naar z’n huidige plaats aan de Haarlemmerweg.

DE ORANJEBOOM (er zijn verscheidene molens in Amsterdam geweest met deze naam).

De voormalige houtzaagmolen 'De Oranjeboom' ook wel genoemd het Texelse Wapen aan de Middenweg (Zaagmolenbuurt) buiten de Zaagpoort - bevlagd bij gelegenheid van het huwelijk (6-6-1889) van de eigenaar Pieter Hendrik Pouwels met Anna Christina Willink. Thans is hier de Frederik Hendrikbuurt.

Oorspronkelijke kabinetfoto uitgegeven door Gebrs. van Rijkom. Foto 475 uit het album van W.J.R. Dreesmann uit 1889.

De Middenweg is in 1897 verdwenen, ik neem aan dat in dit jaar ook alle molens afgebroken zijn.

De werf van de molen "d'Oranjeboom"  (in de patriottentijd "Het Texelse Wapen" geheten) was gelegen aan de voormalige Middenweg en het Zaagmolenpad. Thans ligt de Kostverlorenstraat ongeveer ter plaatse van het Zaagmolenpad en loopt de Rombout Hogerbeetsstraat dwars door het terrein van de werf heen. De Zaagmolenstraat vormt ongeveer de zuidelijke begrenzing van het terrein; de Gilles Ledenberghstraat ligt iets ten westen ervan.

Geschilderd in 1868. Personen links op het schilderij P.H.Pouwels (1865 - 1944) met zijn moeder Anna Elizabeth van Langeraar

Family Archivist

The archivist of this family archive is Pieter Hendrik Pouwels.

Through this digital archive you can help me - Pieter Hendrik Pouwels - with filling the family archive and describing the family history.

Access to this family archive


Access to this family archive is only possible upon invitation from the family archivist. Do you want access to the family archive because you have interesting material for the family archive or because you would like to help with describing photos?

Make an access request